Maddison was pissig. Nou oké, misschien niet pissig. Ze was onaangenaam verrast. Oké misschien toch wel pissig. Haar nieuwe klas zat vol met onbekenden en ze had het echt een week van te voren te horen gekregen. En nu begon ze haar tweede leerjaar Psychologie bij mensen die ze niet eerder had gezien. Terwijl ze net een plek leek te hebben gevonden in haar vorige samenstelling.
Maddison hield haar boeken dicht tegen haar lichaam gedrukt en zuchtte diep. De keuze om Psychologie te studeren terwijl ze zelf met een diagnose depressie en angststoornis zat, was misschien niet de meest verstandige geweest. Maar het was het enige onderwerp wat haar werkelijk geboeid had en ze had op een bepaalde manier de hoop dat het haar dichter naar zichzelf zou brengen. Enerzijds ja, anderzijds…
Goed. Eerste dag dus. Ze was frisgedouchet, had een leuke outfit aan, haar haren zaten mooi en al haar spulletjes roken fris en nieuw. Het zou haar zelfvertrouwen moeten geven maar haar maag was één klomp zenuwen. Niemand bekend zou in haar klas zitten en ze vond het vreselijk. Het was net als de eerste dag op deze studie, alleen was zij nu de enige die nog niemand kende. De studieloopbaanbegeleider had haar benaderd dat ze in een klas terecht zou komen die al wel bekend was met elkaar, maar dat ze voor haar geen andere plek hadden gehad. Het grootste deel van haar studiegroep was of gestopt, of gezakt of een andere richting gaan doen en de mensen die over waren gebleven waren uitgesmeerd over meerdere bestaande groepen. En het toeval wou nou net dat Maddie als enige in deze groep terecht kwam. Diepe zucht.
Ze zat als eerste in het lokaal. Om een beetje de kat uit de boom te kijken. Ook om te doen alsof ze nu al druk bezig was met de stof maar van de zenuwen had ze nog geen lesboek open gehad. Ze hoorde iemand aankomen en gauw verstopte ze zichzelf achter haar beeldscherm.
"Hi." Een jongensstem. Ze keek op. Jongens waren zeldzaam op de studie. Donkerbruine ogen die glinsterden keken vrolijk terug.
"Hi?" deed ze verbaasd terug. De jongen plofte zonder enig behoud naast haar neer.
"Wij kennen elkaar niet," merkte hij droogjes op. Een rode kleur schoot naar haar wangen.
"Uh, nee, klopt," mompelde ze. "Mijn oude groep is opgesplitst. Ze hebben me bij jullie ingedeeld." De jongen leek dit even tot zich te nemen en knikte toen.
"Gezellig!" vond hij. Maddisons blos werd dieper. Ze was aan het nadenken wat ze tegen hem terug kon zeggen maar haar keel leek afgesloten te zijn. Zelfs ademhalen was moeilijk. Dus beet ze op haar lip en keek verlegen naar haar scherm.
"Zitten er nog meer bekenden van je in deze klas?" vroeg de jongen. Blij dat hij probeerde het gesprek op gang te houden gaf ze antwoord.
"Nee.. iedereen hier is nieuw voor me." De jongen knikte.
"Ik ben Pasqual," stelde hij zichzelf voor. Ontblootte tanden, wit maar niet té wit, warrig bruin haar, licht getint en een open gezicht. Ze leek recht tot in zijn ziel te kunnen kijken.
- PANG -
Een diep gevoel van schuld trok bij haar naar binnen en ze sloeg opgelaten haar ogen neer. Het open boek dat Pasqual was, zo gesloten voelde zij zich. Hij deed voelbaar zijn best om haar op haar gemak te stellen maar ze was een klont zenuwen. Ze was ultra-bewust van zijn nabijheid. Het was een fijne warmte maar het was ook een warmte die haar benauwde. Ze verlangde naar warmte, ze verafschuwde warmte. Maddison probeerde haar ademhaling, die nu versneld was, onder controle te brengen. Maar het wou niet. Ze wist dat er niet veel voor nodig zou zijn om nu een paniekaanval te krijgen. Ze wist dat ze nu alle zeilen bij moest zetten om -
Er kwam een groepje mensen binnen en Pasqual was nog steeds naar haar aan het kijken. Het luid lachende groepje meiden was genoeg voor Maddison om haar net over dat randje te duwen. De paniek moet in haar gezicht hebben gestaan en Pasqual moest het om een of andere reden herkend hebben want hij pakte haar arm vast en begeleidde haar zelfzeker naar de gang, naar een stuk waar geen andere mensen te vinden waren. Hij liet haar tegen een muur aan leunen en op de grond zitten terwijl hij gehurkt op een respectvolle afstand maar een fijne nabijheid bij haar aanwezig was. Pasqual stelde geen vragen. Hij praatte alleen. Gaf haar instructies door haar paniekaanval heen.
"Bedankt," mompelde ze toen ze door het ergste deel heen was.
"Geen probleem." Hij glimlachte warm naar haar. Ze keek hem een beetje vragend aan.
"Mijn zusje heeft een verleden," verklaarde hij glimlachend toen hij haar gezichtsuitdrukking las.
"Ze is de reden dat ik Psychologie ben gaan studeren. En ze is de reden dat ik paniekaanvallen herken wanneer ze eraan komen." Maddison vroeg zich direct af of het ook de reden was geweest dat hij naast haar was komen zitten. Blozend sloeg ze haar ogen weer neer.
"Dus, wil je zometeen eerlijk zijn over je afwezigheid of verzinnen we een leugen voor je?" De kameraadschap in zijn stem, de warmte en hartelijkheid deden tranen in haar ogen springen. Het was zo onbekend en nieuw voor haar.
"Een leugen zou fijn zijn," fluisterde ze. "Ik -"
"Bloedneus oké?" vroeg hij haar met een glimlach rondom zijn lippen. Het leek net een kwajongen die een list bedacht.
"Perfect," sprak ze dankbaar uit.
Maddison hield haar boeken dicht tegen haar lichaam gedrukt en zuchtte diep. De keuze om Psychologie te studeren terwijl ze zelf met een diagnose depressie en angststoornis zat, was misschien niet de meest verstandige geweest. Maar het was het enige onderwerp wat haar werkelijk geboeid had en ze had op een bepaalde manier de hoop dat het haar dichter naar zichzelf zou brengen. Enerzijds ja, anderzijds…
Goed. Eerste dag dus. Ze was frisgedouchet, had een leuke outfit aan, haar haren zaten mooi en al haar spulletjes roken fris en nieuw. Het zou haar zelfvertrouwen moeten geven maar haar maag was één klomp zenuwen. Niemand bekend zou in haar klas zitten en ze vond het vreselijk. Het was net als de eerste dag op deze studie, alleen was zij nu de enige die nog niemand kende. De studieloopbaanbegeleider had haar benaderd dat ze in een klas terecht zou komen die al wel bekend was met elkaar, maar dat ze voor haar geen andere plek hadden gehad. Het grootste deel van haar studiegroep was of gestopt, of gezakt of een andere richting gaan doen en de mensen die over waren gebleven waren uitgesmeerd over meerdere bestaande groepen. En het toeval wou nou net dat Maddie als enige in deze groep terecht kwam. Diepe zucht.
Ze zat als eerste in het lokaal. Om een beetje de kat uit de boom te kijken. Ook om te doen alsof ze nu al druk bezig was met de stof maar van de zenuwen had ze nog geen lesboek open gehad. Ze hoorde iemand aankomen en gauw verstopte ze zichzelf achter haar beeldscherm.
"Hi." Een jongensstem. Ze keek op. Jongens waren zeldzaam op de studie. Donkerbruine ogen die glinsterden keken vrolijk terug.
"Hi?" deed ze verbaasd terug. De jongen plofte zonder enig behoud naast haar neer.
"Wij kennen elkaar niet," merkte hij droogjes op. Een rode kleur schoot naar haar wangen.
"Uh, nee, klopt," mompelde ze. "Mijn oude groep is opgesplitst. Ze hebben me bij jullie ingedeeld." De jongen leek dit even tot zich te nemen en knikte toen.
"Gezellig!" vond hij. Maddisons blos werd dieper. Ze was aan het nadenken wat ze tegen hem terug kon zeggen maar haar keel leek afgesloten te zijn. Zelfs ademhalen was moeilijk. Dus beet ze op haar lip en keek verlegen naar haar scherm.
"Zitten er nog meer bekenden van je in deze klas?" vroeg de jongen. Blij dat hij probeerde het gesprek op gang te houden gaf ze antwoord.
"Nee.. iedereen hier is nieuw voor me." De jongen knikte.
"Ik ben Pasqual," stelde hij zichzelf voor. Ontblootte tanden, wit maar niet té wit, warrig bruin haar, licht getint en een open gezicht. Ze leek recht tot in zijn ziel te kunnen kijken.
- PANG -
Een diep gevoel van schuld trok bij haar naar binnen en ze sloeg opgelaten haar ogen neer. Het open boek dat Pasqual was, zo gesloten voelde zij zich. Hij deed voelbaar zijn best om haar op haar gemak te stellen maar ze was een klont zenuwen. Ze was ultra-bewust van zijn nabijheid. Het was een fijne warmte maar het was ook een warmte die haar benauwde. Ze verlangde naar warmte, ze verafschuwde warmte. Maddison probeerde haar ademhaling, die nu versneld was, onder controle te brengen. Maar het wou niet. Ze wist dat er niet veel voor nodig zou zijn om nu een paniekaanval te krijgen. Ze wist dat ze nu alle zeilen bij moest zetten om -
Er kwam een groepje mensen binnen en Pasqual was nog steeds naar haar aan het kijken. Het luid lachende groepje meiden was genoeg voor Maddison om haar net over dat randje te duwen. De paniek moet in haar gezicht hebben gestaan en Pasqual moest het om een of andere reden herkend hebben want hij pakte haar arm vast en begeleidde haar zelfzeker naar de gang, naar een stuk waar geen andere mensen te vinden waren. Hij liet haar tegen een muur aan leunen en op de grond zitten terwijl hij gehurkt op een respectvolle afstand maar een fijne nabijheid bij haar aanwezig was. Pasqual stelde geen vragen. Hij praatte alleen. Gaf haar instructies door haar paniekaanval heen.
"Bedankt," mompelde ze toen ze door het ergste deel heen was.
"Geen probleem." Hij glimlachte warm naar haar. Ze keek hem een beetje vragend aan.
"Mijn zusje heeft een verleden," verklaarde hij glimlachend toen hij haar gezichtsuitdrukking las.
"Ze is de reden dat ik Psychologie ben gaan studeren. En ze is de reden dat ik paniekaanvallen herken wanneer ze eraan komen." Maddison vroeg zich direct af of het ook de reden was geweest dat hij naast haar was komen zitten. Blozend sloeg ze haar ogen weer neer.
"Dus, wil je zometeen eerlijk zijn over je afwezigheid of verzinnen we een leugen voor je?" De kameraadschap in zijn stem, de warmte en hartelijkheid deden tranen in haar ogen springen. Het was zo onbekend en nieuw voor haar.
"Een leugen zou fijn zijn," fluisterde ze. "Ik -"
"Bloedneus oké?" vroeg hij haar met een glimlach rondom zijn lippen. Het leek net een kwajongen die een list bedacht.
"Perfect," sprak ze dankbaar uit.