In zijn hand hield hij een onderzetter, liet deze rondgaan. Cirkelend. Omgevingsgeluid kwam niet binnen, gemurmer van mensen ontging hem. Hij staarde met nietsziende ogen in de verte.
Ze had hem gebeld vandaag. Haast smekend, verwijtend, schreeuwend, verdrietig, woedend. Alles. Alles.
Zijn voet tikte ritmisch op de ondersteunende balk van de barkruk waar hij op zat. In zijn hand had hij een drankje. Zijn zoveelste, hij was de tel kwijt geraakt. Het hielp, hielp om zijn gedachten even op een rij te zetten. Hij dronk niet om te vergeten, hij dronk om te denken.
Het gesprek was pijnlijk ongemakkelijk geweest. Hij was net in zijn les bezig, enthousiast aan het uitleggen geslagen. Hij was in zijn ritme, was eindelijk progressie aan het maken. Door het klaslokaal aan het dansen, zijn verhaal op aan het zetten, tot de clue aan het komen. Zijn leerlingen hingen aan zijn lippen. Maar toen ging die vervloekte ringtone af. Ze was een van de weinige die zijn aparte ringtone had. En sinds alle shit was losgebroken had hij nog niet de moed gehad deze te veranderen. Ook omdat hij eigenlijk niet zo goed wist hoe dat ook alweer moest.
Zijn hart had een sprong gemaakt. Hem herinnerd aan de goede tijden. Goede tijden, god ja. Hoe ze rook, hoe ze proefde. Hoe ze naar hem keek. Herinneringen die bezoedeld waren, overschaduwt door de nieuwe herinneringen.
Hij had zichzelf geëxcuseerd. Had de leerlingen achter zich gelaten en had haar opgenomen.
Zij was al veel eerder begonnen met drinken. Zij had geen zorgen om werk, zelfs praktisch geen zorgen om kosten van het huis. Hij hoorde het in haar dikke stem.
Eerst kwamen de smeekbedes. Toen kwamen de verwijten. Toen kwamen de tranen. Toen kwam de woede. En daarna de dreigementen.
Alsof hij verdomme ook nog maar iets had. Alsof er ook nog maar een restje van zijn stabiele leven over was gebleven. Alles was weg.
Ruw veegde Mose over zijn ogen met zijn arm. Zette met een klap het glas neer. De barman keek op maar hij schudde subtiel zijn hoofd. Niet meer. Dit was voldoende zo. Meer drank zou hem alleen maar wazig maken. Nu was hij nog best helder. Oh, hij zou makkelijk een boete voor rijden kunnen krijgen, maar dat wist hij. Daarom ging hij maar lopen.
Hij gaf een degelijke fooi aan de barman en verliet toen zijn kruk. Een diepe zucht en hij was weer uit zijn gedachtes. Kon weer meer van de omgeving zien. Deze bar werd voornamelijk bezocht door oudere mannen en vrouwen, heel zelden af en toe door een clubje studenten die dachten dat dit de place to be was, maar die daarna uitweken naar een andere plek wat meer ingericht voor hun leeftijd. Er hing een sfeer, maar Mose voelde zich er comfortabel bij.
Aan een van de tafeltjes in een hoekje zat een jong, blond meisje, haar gezicht verborgen achter haar haren. Haar hand lag om een biertje heengevouwen. Mose keek om zich heen. Meerdere mannen hadden haar gespot. Maar er was er maar een die naar haar loerde, met een wellustige, dronken en ondoordachte blik. Mose veranderde zijn toer. Plofte naast haar neer.
"Hee!" sprak hij enthousiast. "Jij zit in een van mijn colleges, niet?" Hij probeerde het meisje indringend aan te kijken. Haar te waarschuwen. Haar het spel mee te laten spelen. Ze richtte haar intens grijze ogen op hem, opengesperd van angst.
"Uh, uhm…" deed ze. Fuck. Hij boog zich naar haar toe.
"Ik weet niet of dit de juiste plek voor je is," begon hij. Ze draaide zich van hem af, probeerde iets van hem af te gaan zitten. Fuck.
"Ik probeer alleen te helpen," probeerde hij nog. Ze schudde haar hoofd, richtte haar ogen op hem. Angst, veel angst.
"Ik zit hier prima," mompelde ze. Haar handen trilden.
"Valt deze meneer je lastig?" Verdomme. Die man had op dit moment gewacht. Hij glimlachte, een valse wolvengrijns die voor dit meisje ontwapenend moest zijn.
"Uh," deed ze weer. Mose balde zijn vuisten, zette zich schrap.
"Ze is niet geïnteresseerd," begon de man.
"Ik ook niet," reageerde Mose. "Beetje jong, denk je niet." Het was een waarschuwing van Mose. De man keek hem strak aan. Spande zijn kaaklijn aan.
"Moven." Het meisje naast hem verstijfde.
"Dacht het niet." Mose gooide zijn kaak omhoog.
Ze had hem gebeld vandaag. Haast smekend, verwijtend, schreeuwend, verdrietig, woedend. Alles. Alles.
Zijn voet tikte ritmisch op de ondersteunende balk van de barkruk waar hij op zat. In zijn hand had hij een drankje. Zijn zoveelste, hij was de tel kwijt geraakt. Het hielp, hielp om zijn gedachten even op een rij te zetten. Hij dronk niet om te vergeten, hij dronk om te denken.
Het gesprek was pijnlijk ongemakkelijk geweest. Hij was net in zijn les bezig, enthousiast aan het uitleggen geslagen. Hij was in zijn ritme, was eindelijk progressie aan het maken. Door het klaslokaal aan het dansen, zijn verhaal op aan het zetten, tot de clue aan het komen. Zijn leerlingen hingen aan zijn lippen. Maar toen ging die vervloekte ringtone af. Ze was een van de weinige die zijn aparte ringtone had. En sinds alle shit was losgebroken had hij nog niet de moed gehad deze te veranderen. Ook omdat hij eigenlijk niet zo goed wist hoe dat ook alweer moest.
Zijn hart had een sprong gemaakt. Hem herinnerd aan de goede tijden. Goede tijden, god ja. Hoe ze rook, hoe ze proefde. Hoe ze naar hem keek. Herinneringen die bezoedeld waren, overschaduwt door de nieuwe herinneringen.
Hij had zichzelf geëxcuseerd. Had de leerlingen achter zich gelaten en had haar opgenomen.
Zij was al veel eerder begonnen met drinken. Zij had geen zorgen om werk, zelfs praktisch geen zorgen om kosten van het huis. Hij hoorde het in haar dikke stem.
Eerst kwamen de smeekbedes. Toen kwamen de verwijten. Toen kwamen de tranen. Toen kwam de woede. En daarna de dreigementen.
Alsof hij verdomme ook nog maar iets had. Alsof er ook nog maar een restje van zijn stabiele leven over was gebleven. Alles was weg.
Ruw veegde Mose over zijn ogen met zijn arm. Zette met een klap het glas neer. De barman keek op maar hij schudde subtiel zijn hoofd. Niet meer. Dit was voldoende zo. Meer drank zou hem alleen maar wazig maken. Nu was hij nog best helder. Oh, hij zou makkelijk een boete voor rijden kunnen krijgen, maar dat wist hij. Daarom ging hij maar lopen.
Hij gaf een degelijke fooi aan de barman en verliet toen zijn kruk. Een diepe zucht en hij was weer uit zijn gedachtes. Kon weer meer van de omgeving zien. Deze bar werd voornamelijk bezocht door oudere mannen en vrouwen, heel zelden af en toe door een clubje studenten die dachten dat dit de place to be was, maar die daarna uitweken naar een andere plek wat meer ingericht voor hun leeftijd. Er hing een sfeer, maar Mose voelde zich er comfortabel bij.
Aan een van de tafeltjes in een hoekje zat een jong, blond meisje, haar gezicht verborgen achter haar haren. Haar hand lag om een biertje heengevouwen. Mose keek om zich heen. Meerdere mannen hadden haar gespot. Maar er was er maar een die naar haar loerde, met een wellustige, dronken en ondoordachte blik. Mose veranderde zijn toer. Plofte naast haar neer.
"Hee!" sprak hij enthousiast. "Jij zit in een van mijn colleges, niet?" Hij probeerde het meisje indringend aan te kijken. Haar te waarschuwen. Haar het spel mee te laten spelen. Ze richtte haar intens grijze ogen op hem, opengesperd van angst.
"Uh, uhm…" deed ze. Fuck. Hij boog zich naar haar toe.
"Ik weet niet of dit de juiste plek voor je is," begon hij. Ze draaide zich van hem af, probeerde iets van hem af te gaan zitten. Fuck.
"Ik probeer alleen te helpen," probeerde hij nog. Ze schudde haar hoofd, richtte haar ogen op hem. Angst, veel angst.
"Ik zit hier prima," mompelde ze. Haar handen trilden.
"Valt deze meneer je lastig?" Verdomme. Die man had op dit moment gewacht. Hij glimlachte, een valse wolvengrijns die voor dit meisje ontwapenend moest zijn.
"Uh," deed ze weer. Mose balde zijn vuisten, zette zich schrap.
"Ze is niet geïnteresseerd," begon de man.
"Ik ook niet," reageerde Mose. "Beetje jong, denk je niet." Het was een waarschuwing van Mose. De man keek hem strak aan. Spande zijn kaaklijn aan.
"Moven." Het meisje naast hem verstijfde.
"Dacht het niet." Mose gooide zijn kaak omhoog.